Pensioentransitie: geen uitstel, wel ruimte gedispenseerde regelingen
De Regeringscommissaris Transitie Pensioenen (rctp) heeft in haar derde voortgangsrapportage geen aanleiding gezien om de uiterste transitiedatum van 1 januari 2028 te verschuiven. Tegelijkertijd wordt aangekondigd dat er meer ruimte komt voor werkgevers met een gedispenseerde regeling. Hieronder lees je de belangrijkste punten uit de rapportage, inclusief aandachtspunten voor adviseurs.
Derde rapportage Regeringscommissaris Transitie Pensioenen
De Regeringscommissaris transitie pensioenen (rctp) heeft een derde rapportage uitgebracht over de voortgang van de pensioentransitie.
Het advies van de rctp is gebaseerd op diverse databronnen, waaronder informatie van het ministerie van SZW, toezichthouders en sectorpublicaties. Ook zijn gesprekken gevoerd met partijen in de pensioensector, waaronder Adfiz. Deze gesprekken zijn tevens gebruikt om goede voorbeelden op te halen en – waar relevant – te delen. De rctp heeft als verantwoordelijkheid om een onafhankelijk oordeel te geven over de voortgang richting de uiterste transitiedatum (1 januari 2028), knelpunten te signaleren en mogelijke oplossingen aan te dragen.
Verzekerde regelingen
De rctp rapporteert dat verzekeraars en PPI’s in de resterende transitieperiode nog 50.000 uitvoeringsovereenkomsten moeten omzetten. De verwachting is dat bij verzekeraars op het laatste transitiemoment (1 januari 2028) nog bijna 40% van de overeenkomsten moet worden omgezet. Het aantal verwachte omzettingen bij verzekeraars blijft achter ten opzichte van de regelingen bij PPI’s. Bij PPI’s zijn de verwachte omzettingen meer gespreid en is er geen piek te zien aan het einde van de transitieperiode. De rctp wijst erop dat het van belang is dat alle partijen het maximale doen om de omzettingen van verzekerde regelingen tijdig te realiseren.
Daarbij wordt gewezen op de toename van acties door partijen, zoals onder meer:
- Het beschikbaar stellen van een standaardsjabloon voor een transitieplan;
- Een handleiding van Adfiz en het Verbond voor het opstellen van een transitieplan;
- Brieven van de AFM aan adviseurs over het belang van een tijdige transitie en de rol van de adviseur
- Media-activiteiten van VNO-NCW en MKB-Nederland om MKB-ondernemers te activeren
- Een gezamenlijke urgentiebrief van VNO-NCW en MKB-Nederland voor zakelijke klanten
Oproep aan pensioenadviseurs
De rctp onderstreept het belang om deze initiatieven voort te zetten en waar mogelijk uit te breiden. Zij doet de volgende suggesties voor pensioenadviseurs:
- Neem contact op met alle werkgevers en maak een realistische planning voor de transitie. Houd hierbij rekening met de eigen adviescapaciteit. Dit geldt met name voor adviseurs voor wie pensioenadvies niet de hoofdactiviteit is. Gespecialiseerde pensioenadviseurs hebben dit vaak al gedaan.
- Wijs werkgevers op de gevolgen van niet tijdig handelen. Dit betreft niet alleen fiscale gevolgen, maar ook reputatieschade wanneer een werkgever te laat in actie komt.
Behandeling wetsvoorstel verlenging transitieperiode
De rctp benadrukt dat het van belang is dat in de Eerste Kamer de behandeling van het wetsvoorstel verlenging pensioentransitie op korte termijn wordt afgerond. Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk om de uiterste transitiedatum van 1 januari 2027 op te schuiven naar 1 januari 2028. Volgens de rctp is het tempo van de omzettingen van de verzekerde regelingen op dit moment nog niet hoog genoeg. Desondanks is het beeld van partijen in de sector dat 2028 vooralsnog haalbaar is. De vertraging in de transitie wordt namelijk minder veroorzaakt door capaciteitsbeperkingen. Alle partijen – werkgevers, adviseurs, verzekeraars en PPI’s – kunnen aanvullende stappen zetten. Het zou beter zijn als meer contracten al per 1 januari 2027 worden omgezet. De rctp ziet geen reden om te adviseren de uiterste transitiedatum te verschuiven. In volgende rapportages zal hierover opnieuw een uitspraak worden gedaan.
Gedispenseerde regelingen: binnenkort meer duidelijkheid
Werkgevers met een gedispenseerde pensioenregeling moeten normaliter op hetzelfde moment hun pensioenregeling aanpassen als het bedrijfstakpensioenfonds waarvan zij dispensatie hebben. Omdat het tempo in de transitie kan verschillen tussen de gedispenseerde werkgever en het pensioenfonds, kan dit praktische knelpunten opleveren. De rctp kondigt aan dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een besluit in voorbereiding heeft, op grond waarvan deze werkgevers – onder voorwaarden – de ruimte krijgen om een eigen transitiemoment te kiezen. Over deze problematiek is uitvoerig overleg gevoerd tussen het ministerie en de pensioensector. In dit overleg was ook Adfiz vertegenwoordigd.