Lessen uit Kifid-uitspraak over zorgplicht bij AOV met provisie
Het afgelopen jaar heeft de Commissie van Beroep van het Kifid een duidelijke uitspraak gedaan over de wettelijke zorgplicht. In hoger beroep werd geoordeeld dat de wettelijke zorgplicht uit de Wft zich beperkt tot het informeren van de klant over wijzigingen in het product en relevante wet- en regelgeving. Dit neemt echter niet weg dat je als adviseur op grond van je privaatrechtelijke zorgplicht aanvullende verplichtingen kan hebben richting de klant; ook als je hierover geen concrete afspraken hebt gemaakt. Eind december heeft het Kifid een uitspraak gedaan over de doorlopende zorgplicht bij een AOV die onder de eerbiedigende werking van het provisieverbod valt.
Doorlopende onderhoudsplicht
In de uitspraak oordeelt het Kifid dat “op een financieel adviseur de zorgplicht rust om de opdrachtgever (de klant) tijdig opmerkzaam te maken op de gevolgen die hem bekend geworden feiten kunnen hebben voor de dekking van de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen”. Hier hoort een periodieke uitnodiging van de klant voor een onderhoudsgesprek bij. Hoe vaak zo’n uitnodiging gedaan moet worden, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, zoals de aard en inhoud van de verzekering. Echter: ook de hoogte van de provisie – in dit geval zo’n 10% van de premie - speelt een rol bij de beoordeling van de onderhoudsplicht.
Het Kifid komt tot de conclusie dat in het geval van een AOV een frequentie van drie jaren redelijk is. Hierbij speelt ook een rol dat de AOV niet doorliep tot de pensioengerechtigde leeftijd. Hierdoor ontving de klant in kwestie gedurende een aantal jaren geen uitkering, terwijl hij wel arbeidsongeschikt was. De aansprakelijkheid van de tussenpersoon wordt echter verminderd met eigen schuld-correctie van 50%, omdat de klant zelf ook niet in actie was gekomen toen de einddatum van de verzekering naderde. In de einduitspraak hoeft de adviseur uiteindelijk helemaal geen schadevergoeding te betalen aan de klant, omdat de premie bij verlenging van de verzekering hoger zou zijn uitgevallen dan de uitkering.
Praktische lessen uit de uitspraak
Hoewel deze uitspraak van het Kifid de lijn van eerdere uitspraken nog eens bevestigt, kunnen we hier als branche lessen uit blijven trekken:
- De hoogte van de provisie is medebepalend voor je doorlopende zorgplicht. Zorg dat de frequentie van onderhoudsgesprekken met je klanten dus in lijn is met de aard van het type product en de hoogte van de provisie die je hiervoor ontvangt.
- Verlies bestaande producten in je portefeuille die onder de eerbiedigende werking vallen niet uit het oog. Sinds de invoering van het provisieverbod geldt voor veel complexe producten enkel de wettelijke zorgplicht, tenzij je aanvullende (belonings)afspraken met de klant hebt gemaakt. Deze stelregel geldt dus niet voor producten die onder de eerbiedigende werking van het provisieverbod vallen
- Maak afspraken over doorlopende dienstverlening met je klant en volg ze op. Dit voorkomt onduidelijkheid tussen jou en de klant en bij een eventuele rechtsgang zal een rechter of het Kifid veel waarde hechten aan de gemaakte afspraken. In ons kennisdossier Zorgplicht vind je modellen om afspraken over de inhoud van je dienstverlening vast te leggen.
Lees hier de uitspraken van het Kifid:
https://www.kifid.nl/wp-content/uploads/2020/12/Tussenuitspraak-2020-1050-Bindend.pdf
https://www.kifid.nl/wp-content/uploads/2020/12/Einduitspraak-2020-1051-Bindend.pdf