Europese Commissie: kleine bedrijven kunnen ook middelen delen volgens Richtlijn Klokkenluiders

Europese Commissie: kleine bedrijven kunnen ook middelen delen volgens Richtlijn Klokkenluiders

De Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) lijkt een weeffout te bevatten die ervoor zorgt dat bedrijven tot 50 werknemers zwaardere eisen opgelegd krijgen dan bedrijven van 50 tot 250 werknemers. Dit is door de Eerste Kamer voorgelegd aan minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. De minister erkende dat het vreemd zou zijn om kleine bedrijven zwaardere lasten op te leggen dan grotere bedrijven, maar zij legde de bal terug bij de Europese Commissie. Zie ook ons eerdere ledenbericht hierover. 

Bedrijven die onder de Wbk vallen, moeten meldingskanalen opzetten waar een klokkenluider een melding kan doen. Deze meldkanalen kunnen intern worden opgezet, bijvoorbeeld bij een afdeling binnen een bedrijf, mits er voldoende garanties zijn op vertrouwelijke behandeling van de melding en de melder. Maar bedrijven kunnen ook gebruik maken van een extern meldkanaal voor interne meldingen. Denk bijvoorbeeld aan een extern bedrijf dat gespecialiseerd is in het ontvangen en begeleiden van klokkenluidersmeldingen. Daarnaast moeten bedrijven ook zorgen dat meldingen worden onderzocht en opgevolgd door een onafhankelijke persoon of afdeling. Ook dit kan intern (bijvoorbeeld bij een compliance-afdeling) of bij een onafhankelijke externe partij worden belegd.  

Bedrijven met 50 tot 249 werknemers kunnen deze meldkanalen voor het ontvangen van meldingen en de middelen waarmee onderzoek wordt verricht, delen. Deze bedrijven zouden dus bijvoorbeeld op brancheniveau extern meldkanalen en een onafhankelijk onderzoeker kunnen inkopen. De mogelijkheid van delen van meldkanalen of onderzoeksmiddelen lijkt echter niet te gelden voor bedrijven met minder dan 50 werknemers. Dat betekent dat kleinere bedrijven zwaarder worden belast, want zij moeten zelf intern meldkanalen opzetten 

Reactie Europese Commissie 
Wij hebben de weeffout in de wetgeving rond klokkenluiders via onze Europese koepelorganisatie - Bipar - bij de Europese Commissie geadresseerd. Recent ontvingen wij via Bipar de reactie van de afdeling van de Europese Commissie die daarover gaat, het Directoraat Justitie en Consumenten. Zoals ons al logisch leek, is het volgens deze afdeling niet de bedoeling dat voor bedrijven tot 50 werknemers zwaardere eisen gelden dan voor bedrijven van 50 tot 250 werknemers. In de reactie schrijft het Directoraat Justitie en Consumenten ondermeer: 

“Het ontbreken van een expliciete verwijzing naar ondernemingen met minder dan 50 werknemers die krachtens de in deel II van de bijlage bedoelde sectorspecifieke handelingen van de Unie verplicht zijn interne kanalen op te zetten, kan niet worden geïnterpreteerd als een uitsluiting van deze mogelijkheid voor die ondernemingen. (…) Daarom, gebaseerd op een systemische en teleologische interpretatie [redactie: de bedoeling van de (rechts)regel] van de Klokkenluidersbeschermingsrichtlijn, is het onze interpretatie dat deze richtlijn het delen van middelen toestaat voor bedrijven met maximaal 249 werknemers die binnen de werkingssfeer van de betreffende richtlijnen vallen.” 

Hoewel het Directoraat aangeeft dat dit hun interpretatie is en dat de gezaghebbende interpretatie van EU-wetgeving toebehoort aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, zijn wij uiteraard erg blij met deze reactie. Wij gaan ervan uit dat dit ertoe leidt dat de Nederlandse Wet bescherming klokkenluiders op dit punt verduidelijkt wordt.