Europa update: Retail Investment Strategy
Afgelopen week was er in Brussel een BIPAR bijeenkomst met de Europese collega’s. Gezamenlijk zijn de actuele Europese dossiers die voor intermediairs van belang zijn besproken. Het belangrijkste dossier is de Retail Investment Strategy, met extra beschermingsmaatregelen voor Europese beleggers. Het gaat om een fors pakket aan maatregelen, zoals uitbreiding van de regels voor het productontwikkelingsproces (POG).
De kern van het voorstel:
- In het Europese voorstel staan bepalingen die gaan over de value for money die een product voor een consument oplevert. Die moeten beter gedocumenteerd worden en inzichtelijk zijn. De betrokkenheid van de toezichthouder neemt daardoor toe. In Nederland kennen we de productontwikkelingsregels. Deze houden voor adviseurs in dat ze rekening moeten houden met de doelgroep waarvoor het product is bedoeld. En als van de doelgroep wordt afgeweken, moet dat goed gedocumenteerd worden en doorgegeven aan de aanbieder van het product. Met deze regels wil de Europese wetgever dat bij de ontwikkeling van het product goed in kaart is gebracht wat daarvan de consequenties zijn voor de consument. Dit met het oog op de toenemende digitale distributie van beleggingsproducten.
- Een ander concept dat direct op het distributieproces ziet is het best interest principe. In het onderzoek naar welke beleggingsproducten aansluiten bij de behoefte van de klant moeten adviseurs een aantal afwegingen meenemen. In het voorstel worden die nader geformuleerd. Overigens is vanuit het parlement aangedrongen om een uitzondering te maken op deze regels voor lidstaten die een provisieverbod kennen. Daarmee komen deze regels dus niet bovenop een provisieverbod, maar zijn ze juist gericht op markten waar distributie van beleggingsproducten op basis van provisiebeloning mogelijk is.
Europa heeft overigens een algemeen provisieverbod voor beleggingsproducten overwogen, maar dit voorstel van de Europese commissie heeft het niet gehaald. Wel komen er vrijwel zeker Europese provisieverboden voor deelmarkten. Zo kennen een aantal EU landen bij beleggingsproducten een provisieverbod in geval van onafhankelijk advies. Dat lijkt ook in de RIS te worden overgenomen.
Invloed uitoefenen zolang dat kan
Op dit moment kunnen we nog invloed uitoefenen op het proces; Europa is er immers nog niet uit. Dat doen we dan ook via BIPAR en via onze nationale kanalen. Tegelijk gaat het wel erg snel met het wetgevingsproces. Het Europees Parlement en de Europese Raad willen namelijk voordat de termijn van het parlement erop zit tot afronding komen en hun voorstellen in onderhandeling brengen tijdens de zogenaamde trialogue. In zo’n Europese wetgevingsonderhandeling tussen de 3 Europese instanties kan nog van alles gebeuren en het is zaak dit proces goed te volgen. De devil is in the detail, zeker op dit dossier waar het politieke speelveld verdeeld is en partijen er belang bij hebben om nog even snel hun punt te maken.
Nederland anticipeert op de komende Europese regels
Ook als de definitieve richtlijn gepubliceerd is en de implementatietermijn van 2 jaar start, zullen nog meerdere onderdelen van de regelgeving nader ingevuld worden door aanvullende regels die door de Europese toezichthouders worden opgesteld (level 2). De AFM is daar direct bij betrokken. Vervolgens is de vraag of nationale wetgevers met aanvullende regels komen voor hun markt. De Nederlandse regelgever heeft in het verleden veelvuldig koppen gezet op Europese regelgeving, waardoor Nederland een van de strengste regimes voor de financiële sector kent binnen de EU.
De vraag is dan ook of de Nederlandse wetgever de Europese regels afwacht of nu al met regels komt. Bijvoorbeeld waar het gaat om de regels voor marketingreclame die zien op zogenaamde finfluencers, ook een actueel thema in de Nederlandse politiek. Finfluencers zijn influencers die zich op sociale media specifiek uitspreken over beleggen. Ze maken podcasts, schrijven blogs en zijn actief op kanalen als Instagram, YouTube of Facebook. Finfluencers zijn vaak niet transparant over hun belangen bij de promotie van beleggingen en de vraag is wanneer promotie of een beleggingsaanbeveling feitelijk advies is. De regulering van finfluencers is onderdeel van de Europese RIS-regelgeving.
De belangen voor onze sector zijn duidelijk. Geen onwenselijke doorwerking van Europese regels vanwege one size fits all, want wij hebben in Nederland voor de beleggingsmarkt strenge regels. Tegelijk is van belang dat er duidelijke kaders zijn voor één Europese beleggingsmarkt waarin alle spelers, dus ook finfluencers, zich aan dezelfde regels hebben te houden.
Een volle Europese agenda dus. En zoals Enno, eerder deze maand in zijn maandcolumn, al aangaf: het zwaartepunt van wetgeving voor onze sector verschuift steeds meer van Den Haag naar Brussel.