Kabinet grijpt in bij WIA: 60-plusmaatregel terug, maar geen geld voor grote stelselherziening
Het demissionaire kabinet neemt maatregelen om de hoogoplopende achterstanden bij de WIA-beoordelingen aan te pakken. Minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer een update gestuurd over sociaal medisch beoordelen en de achterstanden bij het UWV. De meest in het oog springende maatregel is de herinvoering van de vereenvoudigde WIA-beoordeling voor 60-plussers. Deze maatregel was in de voorjaarsnota al aangekondigd. Tegelijkertijd maakt de minister duidelijk dat, hoewel er geld is voor enkele aanpassingen, de middelen ontbreken voor een échte, grootschalige herziening van het arbeidsongeschiktheidsstelsel zoals geadviseerd door de commissie OCTAS.
De problemen in de uitvoering van het stelsel van ziekte en arbeidsongeschiktheid zijn groot en complex. De wachtlijsten voor een sociaal-medische beoordeling bij het UWV worden steeds langer. Zonder extra maatregelen dreigen de achterstanden voor alleen al de WIA-claimbeoordelingen op te lopen van circa 100.000 mensen in 2027 tot zo'n 200.000 in 2030.
De oorzaken zijn bekend: een structureel tekort aan verzekeringsartsen, een stijgende WIA-instroom en een grote uitstroom van artsen door pensionering. Daar komt bij dat UWV verwacht dat een groot deel van de ingehuurde zzp-artsen zal vertrekken nu het handhavingsmoratorium op de wet DBA is afgelopen.
Herinvoering vereenvoudigde WIA-beoordeling 60-plussers
Om de druk op de verzekeringsartsen op korte termijn te verlichten, heeft het kabinet besloten de 'vereenvoudigde WIA-claimbeoordeling zonder inzet verzekeringsarts' voor 60-plussers opnieuw in te voeren. De maatregel was eerder van kracht tussen oktober 2022 en december 2024 en wordt nu opnieuw geïntroduceerd voor de periode van 1 september 2025 tot en met 31 augustus 2027.
De werkwijze houdt in dat 60-plussers die een WIA-uitkering aanvragen, primair door een arbeidsdeskundige worden beoordeeld, zonder (volledige) inzet van een verzekeringsarts. Dit leidt in de praktijk vaak tot een toekenning van een WGA 80-100 uitkering. Hoewel de minister de maatregel "in de kern onwenselijk" noemt, ziet hij zich genoodzaakt deze toch opnieuw in te voeren vanwege de verslechterde omstandigheden bij UWV. De maatregel moet jaarlijks zo'n 10.000 extra beoordelingen mogelijk maken.
Een belangrijk detail is dat de uitkeringen die op basis van deze regeling worden toegekend, niet worden toegerekend aan publiek verzekerde werkgevers via de Whk-premie en ook niet worden doorbelast aan eigenrisicodragende werkgevers. Vanwege verschillen in het financieringsstelsel tussen publiek en privaat kan de maatregel echter zeker in het begin het level playingfield van de hybride markt verstoren. Er wordt nog gezocht naar mogelijkheden om die verstoring zoveel mogelijk te voorkomen.
Toekomst van het stelsel: (nog) geen geld voor grote herziening
De minister benadrukt in zijn brief dat een fundamentele herziening van het stelsel meer dan ooit noodzakelijk is, maar dat de financiële middelen daarvoor momenteel ontbreken. In de brief staat expliciet: "De vereenvoudigingsslag waar ik op heb voorgesorteerd in mijn brief over de opvolging van het rapport van OCTAS van 28 januari 2025 behoort, gegeven de omvang van de gereserveerde middelen, nu niet tot de mogelijkheden." Ook een grotere stelselherziening, zoals geschetst in de varianten van OCTAS, is om die reden niet mogelijk.
Het kabinet heeft bij de voorjaarsnota wel geld vrijgemaakt voor twee maatregelen voor de middellange termijn, die moeten bijdragen aan het verminderen van de druk en het vergroten van de zekerheid:
- Praktisch beoordelen wordt structureel: De tijdelijke maatregel 'praktisch beoordelen', die op 1 juli 2024 is ingegaan, wordt structureel gemaakt. Hierbij wordt de mate van arbeidsongeschiktheid voor mensen die deels werken, vastgesteld op basis van het feitelijk verdiende inkomen, dus zonder een theoretische schatting. Dit moet leiden tot snellere en begrijpelijkere beoordelingen.
- Medisch advies bedrijfsarts leidend bij RIV-toets: Er wordt een wetsvoorstel voorbereid om het medisch advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend te maken bij de RIV-toets. De RIV-toets is de beoordeling die het UWV uitvoert op het re-integratieverslag (RIV) aan het einde van de 104 weken wachttijd. Met de voorgenomen wetswijziging zal de verzekeringsarts van het UWV het medisch oordeel van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer niet langer inhoudelijk toetsen.
De boodschap van de Kamerbrief is dus tweeledig: er worden noodverbanden aangelegd om de grootste problemen op te vangen, maar de grote, fundamentele verbouwing van het stelsel van ziekte en arbeidsongeschiktheid staat voorlopig in de ijskast, voor zover dat al niet het geval zou zijn als gevolg van de val van het kabinet.