Hoofdelijke aansprakelijkheid hypotheek en samenwonen
Als samenwoners een huis kopen zijn zij hoofdelijk aansprakelijk voor het betalen van de koopprijs. Als zij van een bank geld lenen zijn zij ook hoofdelijk aansprakelijk voor het terugbetalen van de geldlening. Als een partner een groter deel van de koopprijs betaalt of een groter deel van de geldlening aflost, heeft hij recht op vergoeding van de andere partner (zogenaamde 'regres').
Dit biedt uitkomst omdat er geen wettelijk vergoedingsrecht is voor samenwoners. Dankzij de contractuele hoofdelijke aansprakelijkheid kan een partner toch te veel betaald geld terugkrijgen. Bijvoorbeeld: partner A heeft in 2015 dankzij een jubelton €100.000 betaald voor de koop van een gezamenlijke woning van €500.000. Partner A heeft dankzij regres recht op vergoeding van € 50.000 van partner B (de helft van €100.000 want beide partners zijn eigenaar van de woning).
Het probleem is dat rechten na verloop van tijd verjaren. Voor regres bij samenwoners is deze termijn 5 jaar. In een artikel dat eerder gepubliceerd is in het Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (25 mei 2024) geven twee juridische onderzoekers aan dat je in de koopovereenkomst en/of in de overeenkomst van geldlening met de bank afspraken kunt maken over het moment waarop deze regrestermijn van 5 jaar begint te lopen.
Als hierover geen afspraken worden gemaakt lopen samenwoners het risico dat de rechter oordeelt dat de termijn van 5 jaar begint te lopen bij het betalen van de koopsom. Een inleg van een jubelton van €100.000 in 2015 zal dus in het eerdere voorbeeld in 2020 verjaren. Dit betekent dat partner A na 2020 geen vergoeding van €50.000 kan afdwingen bij de rechter als partner B die niet vrijwillig betaalt. Om die reden is het wenselijk dat in de koopovereenkomsten van woningen de bepaling over hoofdelijke aansprakelijkheid van kopers voor betalen van de koopprijs wordt uitgebreid. Dit is vooral, maar niet alleen, van belang voor samenwoners zonder samenlevingsovereenkomst.
Deze toevoeging zou eruit kunnen bestaan dat als een partner een groter deel van de koopprijs betaalt, dat het vergoedingsrecht daarvoor pas opeisbaar wordt bij het einde van de relatie van de samenwoners. Op die manier begint de verjaringstermijn van 5 jaar pas te lopen bij het einde van de relatie, mits de rechter de vergoeding als een contractueel vergoedingsrecht kwalificeert en niet als schade.
Soms kan het ook wenselijk zijn dat de vergoeding tijdens de relatie wordt verstrekt. In dat geval zou er dan kunnen worden toegevoegd dat een partner tijdens de relatie schriftelijk aanspraak moet kunnen maken op de vergoeding waardoor op dat moment de vergoeding alsnog opeisbaar wordt.
Het volledige artikel over dit onderwerp kun je hier vinden.