Aanpassingen verzekeringspakket basisverzekering per 2025
Jaarlijks wordt het verzekeringspakket van de Zorgverzekeringswet geëvalueerd en – waar nodig – aangepast. Die aanpassingen kunnen leiden tot uitbreiding of beperking van het verzekeringspakket op onderdelen, maar ook aan aanpassingen van bijvoorbeeld de voorwaarden waaronder bepaalde behandelingen worden vergoed. Eind mei of begin juni publiceert de minister voor Medische Zorg (op dit moment minister Dijkstra) de voorgenomen wijzigingen door middel van de publicatie van het concept Besluit zorgverzekering. Het conceptbesluit wordt dan voorgehangen in de Tweede Kamer en aan de Raad van State voorgelegd. Per 2025 zijn er een aantal voorgenomen wijzigingen in het pakket van de basisverzekering.
Minder voorwaarden voor geriatrische revalidatiezorg
Onder geriatrische revalidatiezorg wordt verstaan de geïntegreerde multidisciplinaire (ouderen)zorg onder regie van de specialist ouderengeneeskunde. Deze zorg is gericht op verwacht herstel van functioneren en participatie bij laag belastbare (voornamelijk oudere) patiënten die te maken hebben gehad met een acute aandoening of functionele achteruitgang.
Om voor deze zorg in aanmerking te komen, geldt een aantal beperkende voorwaarden. Zo moet de zorg binnen een termijn van maximaal een week aansluiten op een verblijf in verband met medisch specialistische zorg. Ook moet er sprake zijn van afgenomen leer- en trainbaarheid en moet de zorg bij aanvang gepaard gaan met verblijf. Deze beperkende voorwaarden worden geschrapt.
Oefentherapie bij chronische gewrichtsreuma (reumatoïde artritis) definitief toegelaten
Langdurige, gepersonaliseerde oefentherapie onder supervisie van een fysio- of oefentherapeut bij chronische gewrichtsreuma is als tijdelijke en voorwaardelijke verstrekking in 2019 aan de Zorgverzekeringswet toegevoegd. Dergelijke tijdelijke en voorwaardelijke toelatingen worden toegepast bij veelbelovende behandelingen waarvoor de effectiviteit nog niet voldoende bewezen is. Tijdens de tijdelijke toelating kan de effectiviteit door onderzoek bewezen worden.
Naar aanleiding van een onderzoek naar de effectiviteit en kosteneffectiviteit van de interventie, is besloten deze verstrekking per 2025 definitief op te nemen in het pakket.
Geen maximering oefentherapie bij chronic obstructive pulmonary disease (COPD)
Iemand die last heeft van COPD heeft, afhankelijk van de ernst van de ziekte (vastgelegd in een viertal klassen), recht op vergoeding van een aantal behandelingen oefentherapie. Bij de ernstigste klasse geldt bijvoorbeeld een vergoeding van maximaal 70 behandelingen oefentherapie in het eerste behandeljaar en maximaal 52 behandelingen in de daaropvolgende behandeljaren. Voor lagere klassen is dat aantal lager.
Op advies van het Zorginstituut is het voornemen om per 1 januari 2025 het aantal behandelingen oefentherapie niet meer te maximeren. Hierdoor is er, aldus het Zorginstituut, geen indeling op zwaarte voorafgaand aan het behandeltraject nodig. De verwachting is dat passende fysio- en oefentherapeutische zorg voor alle COPD-patiënten gerealiseerd kan worden, en over- en onderbehandeling kan worden verminderd.
Verduidelijken aanspraak orthodontische zorg in het Besluit zorgverzekering
Orthodontische hulp is alleen basisverzekerde zorg als het ter behandeling is van een zeer ernstig ontwikkelings- of groeistoornis van het tand-kaak-mondstelsel. In principe valt dit onder tandheelkundige zorg, maar in praktijk blijkt dat ook een kaakchirurg medebehandeling of medediagnostiek verleent. Omdat nu onduidelijk is of de kaakchirurg dan ook onder orthodontische zorg valt, wordt de tekst van het Besluit zorgverzekering hierop verduidelijkt. Aan de bepaling over orthodontische hulp wordt toegevoegd dat ook medediagnostiek of medebehandeling van chirurgisch tandheelkundige hulp van specialistische aard verleend mag worden.
Nieuwe betaaltitel
Vanuit het Integraal Zorgakkoord (IZA) werken zorg- en welzijnsorganisaties en andere veldpartijen steeds vaker samen over de domeinen en zorgsectoren heen. Om tot passende zorg en ondersteuning voor specifieke groepen verzekerden te komen, is een goede afstemming tussen zorgaanbieders uit zowel verschillende domeinen (Zvw, Wlz, jeugdhulp, Wet Maatschappelijke Ondersteuning), als sectoren binnen het medisch domein essentieel. De afstemming behelst een extra inspanning van zorgaanbieders.
Om deze zorg te kunnen declareren, heeft de NZa een nieuwe betaaltitel voor de prestatie 'Domein- en sectoroverstijgende samenwerking binnen de Zvw' vastgesteld. Het gaat hierbij om de bekostiging van de afstemming van zorg en ondersteuning voor specifieke groepen verzekerden die voldoet aan een aantal voorwaarden. Omdat het nog te vroeg is om voor een definitieve vormgeving en inbedding van de betaaltitel te kiezen, wordt er gebruik gemaakt van een experiment voor een periode van maximaal vijf jaar.
Paramedische herstelzorg covid
Tijdens de covid-pandemie bleek dat veel patiënten belang hadden bij paramedische (herstel)zorg. Door middel van een tijdelijke uitbreiding werd vanaf medio 2020 het basispakket uitgebreid met vergoeding voor maximaal 50 fysio- of oefentherapeutische sessies, 10 uren ergotherapie en 7 uren diëtetiek voor de duur van maximaal zes maanden.
Vorig jaar werd aangegeven dat deze herstelzorg per 2025 definitief onderdeel zou worden van het verzekeringspakket. Deze datum wordt echter niet gehaald. Daarom wordt de (nog steeds) tijdelijke toelating paramedische herstelzorg covid een jaar verlengd tot 2026. De verwachting is dat deze zorg per 2026 vast onderdeel van het verzekeringspakket wordt.
Counseling als onderdeel prenatale screening
Het counselingsgesprek is om de zwangere (en haar partner) te begeleiden om een weloverwogen geïnformeerde beslissing te nemen over het laten uitvoeren van prenatale screening. De counselor begeleidt een zwangere opdat deze de informatie, inclusief de mogelijke uitslagen van de prenatale screening, begrijpt en kan wegen. Deze counseling wordt vergoed vanuit het basispakket.
Inmiddels is echter het grootste deel van prenatale screening overgeheveld naar de Regionale Centra, waarbij de financiering vanuit de Rijksbegroting plaatsvindt. Daarom is besloten om ook counseling als onderdeel van prenatale screening vanuit de Rijksbegroting te laten financieringen per 2025.