Maandcolumn: Het kan wél

Maandcolumn: Het kan wél

In opdracht van het demissionaire kabinet werkt oud-ASML-topman Peter Wennink aan een rapport over het Nederlandse investeringsklimaat. Zijn missie: in kaart brengen waarom bedrijven steeds vaker afhaken en wat nodig is om Nederland weer aantrekkelijk te maken voor ondernemerschap en innovatie. De presentatie van dat rapport staat gepland voor medio december, maar zolang wilde Wennink niet wachten. Want, zo zei hij in het FD: ‘Ik zie erosie op alle terreinen. De economie verkruimelt.’

In het afgelopen weekend verschenen artikel luidde Wennink ook al de noodklok over de ‘stilstand van de economie’. Als belangrijkste obstakel voor die stilstand noemde hij de ‘doorgeslagen democratische besluitvorming’. Daarmee raakt Wennink aan iets dat wij in de adviespraktijk al langer ervaren: doorgeslagen regeldruk. Het is de andere kant van dezelfde medaille. In beide gevallen is de intentie goed – zorgvuldigheid, bescherming – maar de uitkomst is verlamming.

Ook op Europees niveau leeft de zorg van verlamming door regels en te weinig daadkracht. Oud-ECB-president Mario Draghi waarschuwde ervoor in zijn vorig jaar verschenen rapport over de toekomst van de Europese economie. Te veel coördinatie en te weinig besluitkracht, constateerde hij. Zijn pleidooi: vereenvoudig, versnel en investeer gericht in strategische kracht.

Wat voor Europa geldt, geldt net zo goed voor Nederland. Want, zoals Wennink het in het FD verwoordde: ‘terwijl anderen al op de snelweg rijden, staan wij nog in de bus op de parkeerplaats’. Hij ziet dat ‘landen als Frankrijk en België vol gas geven met het aanpakken van de problemen.’ Datzelfde gebeurt op Europees niveau met de EU-simplification agenda: de Europese Commissie werkt aan het terugdringen van administratieve lasten én aan snellere, samenhangende besluitvorming. Dat gaat niet alleen over regels schrappen, maar ook over betere uitvoering in alle lidstaten.

Gelukkig lijkt Nederland nu ook in te willen voegen op die snelweg. Demissionair minister Karremans kondigde namelijk begin september aan 500 regels te willen schrappen. Dat is een stevig signaal dat Den Haag zich bewust is van de verstikkende werking van te veel regels en te weinig ruimte. Tegelijk leert de ervaring ons dat het niet alleen gaat om het aantal regels, maar zeker ook om de manier waarop we ermee omgaan. Minder regels heeft pas effect als we ook anders durven besturen – met vertrouwen als vertrekpunt.

Afgelopen verkiezingscampagne hebben we alle politiek leiders hierover gehoord. Met een consequente EU-aanpak als ruggengraat, heldere doelen (minder lasten, snellere besluiten) en Nederlandse keuzes die echt doorwerken in de praktijk moet het lukken. Het betekent ook vertrouwen geven waar professionals hun vakmanschap tonen. Want, zoals ik onlangs in een AM-column schreef: ‘vertrouwen is geen eenrichtingsverkeer: het moet niet alleen worden verdiend, maar ook worden teruggegeven’. Want ook hiervoor geldt: het kan wél.