Kabinet kiest op dit moment niet voor nieuwe drastische wijzigingen in pensioenstelsel

Het kabinet heeft haar reactie gegeven op het interdepartementaal onderzoek naar de pensioenopbouw. Het onderzoek heeft gekeken naar de werking van de verschillende pijlers voor zowel werknemers als zelfstandigen. Het onderzoek toont aan dat het pensioenstelsel voor veel mensen goed blijkt te werken. Voor het kabinet staat de pensioentransitie in de tweede pijler nu voorop die het stelsel houdbaar moeten houden. Het kabinet kiest er dan ook nu niet voor om andere drastische wijzigingen in het pensioenstelsel door te voeren en volgt hiermee de aanbeveling uit het onderzoek.

Wel zet het kabinet in op enkele maatregelen:

1. Werkzekerheid

De huidige regels leiden tot onzekere arbeidsomstandigheden voor veel mensen. Het kabinet wil daarom meer mensen aan een vaste baan helpen, wat de pensioenopbouw van mensen ten goede komt. Ook moet met een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp-ers het inkomen van zelfstandigen worden beschermd.

2. Pensioenopbouw zelfstandigen

Het kabinet wijst erop de fiscale premieruimte voor lijfrenten fors is verhoogd. Ook is er een verruiming van de onbenutte fiscale ruimte uit de voorgaande jaren.

Eveneens wijst het kabinet op de experimenteerwetgeving die zelfstandigen de mogelijkheid biedt om zich vrijwillig aan te sluiten bij een tweede-pijlerpensioenregeling. Pensioenuitvoerders blijken dit tot nu toe nog niet aan te bieden. Het kabinet wil het effect van deze experimenteerwetgeving verder afwachten. Link naar experimenteerwetgeving:

3. Monitoring

Het kabinet wil blijven inzetten op een goede monitoring van de pensioenopbouw van bepaalde groepen; met name de pensioenopbouw van zelfstandigen zonder personeel. De pensioenopbouw van werknemers wordt al gemonitord met als doel dat het aantal werknemers zonder pensioenopbouw wordt gehalveerd. Bekeken wordt of de bestaande monitoring van de pensioenopbouw van de werknemers kan worden uitgebreid met monitoring van de pensioenopbouw van zelfstandigen (tweede en derde pijler) en of een jaarlijkse rapportage mogelijk is.

4. Informatievoorziening

Het kabinet vindt het van belang dat werkenden goed geïnformeerd zijn over de mogelijkheden pensioen op te bouwen en gemotiveerd worden om actief aan de financiële toekomst te werken. Ze wijst op het belang van het vermelden van de werkgeverspremie voor de pensioenopbouw op de loonstrook. De effectiviteit hiervan zal worden onderzocht bij de evaluatie van de wetswijziging.

5. Netto vervangingsratio

Het kabinet wil zich in onderzoek voor toekomstig pensioenbeleid richten op netto-vervangingsratio’s in plaats van bruto vervangingsratio’s. Een vervangingsratio geeft de verhouding aan tussen de hoogte van het pensioen en het loon vóór pensionering. Wat iemand netto voor en na pensionering overhoudt sluit beter aan op de belevingswereld van burgers. Wel zal het ministerie van Financien nog een verkenning uitvoeren naar de verschillen tussen bruto- en netto vervangingsratio’s (resultaten in 2025).

6. Netto pensioen

Een aanbeveling van het interdepartementaal onderzoek was om de nettopensioen- en -lijfrenteregelingen te heroverwegen vanwege de complexiteit bij de uitvoering en de kosten. Het kabinet geeft echter aan op dit moment niet het voornemen te hebben om deze regelingen af te schaffen. Het kabinet hecht aan stabiliteit voor de pensioensector tijdens de pensioentransitie.