Rol werkgever
De werkgever heeft wettelijk een rol in het informeren van werknemers over de pensioenregeling. Deze rol bestaat nu al. De werkgever moet er namelijk voor zorgen dat een werknemer tijdig door de pensioenuitvoerder wordt geïnformeerd over de pensioenregeling bij indiensttreding(1, zie onderaan de tekst voor verwijzingen).
In het recente voorontwerp van een nieuw wetsvoorstel met betrekking tot de belangrijke pensioencommunicatie is een nog prominentere rol aan de werkgever toegekend in de communicatie aan werknemers. In dat voorontwerp werd ook expliciet aangegeven dat iedere werkgever met het oog op deze prominentere rol ‘over basiskennis van de eigen pensioenregeling en over pensioenen in het algemeen moet beschikken’(2).
Geconstateerd kan worden dat in het Wetsvoorstel pensioencommunicatie de rol van de werkgever minder vérstrekkend lijkt te worden geregeld. In de Memorie van Toelichting(MvT) wordt expliciet gesteld dat de rol van de werkgever wettelijk niet zal worden uitgebreid(3).
Dit is zowel een terechte als een belangrijke ontwikkeling. Eerder is door Adfiz kritiek geleverd op deze prominentere rol die aanvankelijk aan de werkgever werd toegekend door de wetgever. Voor het grootste gedeelte van de werkgevers geldt dat deze doorgaans niet geëquipeerd zijn om inhoudelijk volledig correct met werknemers te communiceren over een complexe materie als pensioen.
Daarbij is er ook nog het ‘gevaar’ gewezen dat een mogelijk gebrekkige communicatie van werkgevers afbreuk kan doen aan de duidelijke en correcte informatieplicht van de pensioenuitvoerders, waardoor een medewerker alsnog een verkeerde voorstelling van zaken kan krijgen. Maar ook het verschil in belang en uitgangspunt kan mogelijk de communicatie richting deelnemers beïnvloeden. Dit is in alle opzichten onwenselijk.
Verduidelijken rol werkgever in AMvB
In de MvT bij het wetsvoorstel wordt nu gesteld dat de werkgever een duidelijkere rol krijgt bij de pensioencommunicatie. Werkgevers hebben een informatieplicht ten opzichte van hun werknemers over de kenmerken van de pensioenregeling en over persoonlijke omstandigheden die actie van de werknemer kunnen vergen(4).
Bij Algemene Maatregel van Bestuur wordt deze rol nog nader ingevuld. Uit de MvT blijkt dat aan de hand van de checklist van de Stichting van de Arbeid een werkgever nieuwe werknemers wegwijs kan maken over het pensioen. Ook wordt het Pensioen 1-2-3 wettelijk verankerd. Uitgangspunt moet blijven is dat een werknemer uitsluitend op basis van volledig juiste pensioeninformatie zelf in actie moet komen om de afweging te maken en zichzelf de vraag moet stellen of het gewenst is om aanvullende maatregelen te nemen om het pensioeninkomen aan te vullen.
Dit is alleen dan te waarborgen als de pensioeninformatie wordt verstrekt door een deskundige partij die aantoonbaar beschikt over de vereiste pensioendeskundigheid. Dit zal in de praktijk de pensioenuitvoerder zijn ofwel een onafhankelijk pensioenadviseur. Van belang is dat de keuze voor een van deze partijen in alle gevallen in afstemming met de werkgever wordt gemaakt. Hiervoor is nodig dat de wettelijke rol van de werkgever ten aanzien van het informeren van werknemers duidelijk wordt ingekaderd in de aangekondigde AMvB. Dat is niet alleen in het belang van de deelnemers maar ook in dat van de werkgevers.
Verwijzingen:
1 Artikel 21 PW
2 MvT voorontwerp wetsvoorstel pensioencommunicatie pag. 2, pag. 17.
3 MvT wetsvoorstel pensioencommunicatie pag. 13.
4 MvT wetsvoorstel pensioencommunicatie art. 21.