Algemene voorwaarden geven aan hoe je omgaat met het leveren en (ver)kopen van goederen en diensten. En ten minste zo belangrijk: ze vormen een eerste bescherming tegen claims. Daartoe moeten de voorwaarden wel redelijk zijn. Wat redelijk is, staat in het Burgerlijk Wetboek. Ook moeten de voorwaarden juridisch kloppen om geldigheid te hebben.
Het Burgerlijk Wetboek heeft (artikel 236, BW 6) een zwarte lijst van bepalingen die niet in de algemene voorwaarden mogen staan. Zo kun je niet op eigen houtje eenzijdig beslissen of je wel dan niet aan de overeenkomst hebt gehouden. Je kunt ook niet binnen drie maanden na een overeenkomst de prijs verhogen zonder dat de wederpartij de overeenkomst mag ontbinden. En je mag de andere partij bijvoorbeeld niet zomaar een stilzwijgende verlenging van meer dan 1 jaar opleggen.
Een grijze lijst is er ook. Dit betreft zaken op de grens van het onredelijke. Zo mag je in de voorwaarden geen beding opnemen waardoor de door jouw verleende prestatie mogen afwijken van de toegezegde prestatie (tenzij de wederpartij dan de overeenkomst kan ontbinden). Ook mag je geen ongebruikelijk lange of niet specifiek beschreven termijn geven voor de nakoming. En kun je de wederpartij geen opzegtermijn geven langer dan drie maanden of langer dan de eigen opzegtermijn.
Bescherming tegen claims begint altijd bij de algemene voorwaarden. Laat een specialist ernaar kijken, deponeer ze bij de Kamer van Koophandel, en stuur ze bij iedere overeenkomst naar de klant. Al heten de voorwaarden algemeen te zijn, ze voorkomen wel degelijk heel specifieke problemen.
Meer lezen over het runnen van een eigen eigen bedrijf kan hier >